Houding
01.
Een goede houding
02.
Manier van lesgeven
Een goede houding
De houding die je hebt als sportleraar is belangrijk, omdat het de toon zet voor de les en invloed heeft op hoe de kinderen zich voelen. Een goede houding kan zorgen voor een veilige en motiverende omgeving waarin iedereen zich op zijn gemak voelt om mee te doen. Hier zijn wat tips voor een goede houding:
Sta open en toegankelijk
Wat het betekent: Sta rechtop met je schouders naar achteren, een ontspannen houding en een vriendelijke blik. Je houding moet laten zien dat je klaar bent om te helpen en luisteren.
Voorbeeld: Als je begint met de les, sta je met je gezicht naar de groep, kijk je de kinderen aan en glimlach je. Dit laat zien dat je ze serieus neemt en blij bent dat ze er zijn.
​
Waarom: Als je een open houding hebt, voelen kinderen zich welkom en durven ze eerder vragen te stellen of om hulp te vragen.
Wees energiek en enthousiast
Wat het betekent: Laat je energie zien in je lichaamshouding en stem. Je bewegingen mogen levendig zijn en je moet laten merken dat je zin hebt in de les.
​
Voorbeeld: Als je uitlegt hoe een spelletje werkt, gebruik dan je handen om bewegingen te laten zien en zorg dat je met een duidelijke en enthousiaste stem spreekt.
Waarom: Als je enthousiast bent, werkt dat aanstekelijk. De kinderen zullen dan ook meer energie en zin krijgen om mee te doen.
Maak contact met de groep
Wat het betekent: Oogcontact maken laat zien dat je aandacht hebt voor de kinderen. Door rond te lopen, laat je zien dat je er voor iedereen bent.
Voorbeeld: Terwijl de kinderen een oefening doen, loop je door de groep heen en kijk je of iedereen het goed doet. Geef hier en daar een compliment of help iemand die moeite heeft.
Waarom: Als je beweegt en oogcontact maakt, voelen kinderen dat je betrokken bent en niet alleen maar “vanaf een afstand” kijkt. Dit helpt om een band op te bouwen.
Wat je niet moet doen
Niet met je rug naar de groep staan:
Als je met je rug naar de kinderen staat, missen ze jouw aandacht en kunnen ze zich niet goed concentreren op wat ze moeten doen. Je mist dan ook signalen van de groep.
​
Niet met je armen over elkaar of handen in je zakken staan:
Dit geeft een afstandelijke of gesloten indruk. Kinderen kunnen denken dat je niet echt geïnteresseerd bent of dat je boos bent.
​
Niet te passief of stil zijn:
Als je stil en zonder energie voor de groep staat, zullen kinderen niet goed luisteren of gemotiveerd raken. Het lijkt dan alsof je zelf geen zin hebt in de les.
Manier van lesgeven
Hier zijn enkele extra aspecten die relevant zijn voor trainers om te overwegen bij hun houding en manier van lesgeven.
Voorspelbaarheid
Wat het betekent: Het is belangrijk dat je als trainer consistent bent in je gedrag en verwachtingen. Kinderen weten dan waar ze aan toe zijn en wat er van hen verwacht wordt.
​
Voorbeeld: Als je altijd begint met een korte uitleg en daarna een warming-up, weten kinderen wat de structuur van de les is. Dit zorgt voor rust en overzicht.
​
Waarom: Consistentie creëert een gevoel van veiligheid en voorspelbaarheid, vooral voor kinderen die gevoelig zijn voor veranderingen of onverwachte situaties.
Positieve feedback
Wat het betekent: Het regelmatig geven van complimenten en positieve feedback kan kinderen motiveren en zelfvertrouwen geven.
​
Voorbeeld: In plaats van alleen te corrigeren, zeg je ook dingen zoals: "Goed gedaan, je hebt echt je best gedaan!" of "Ik zie dat je beter je best doet om je balans te houden, dat gaat goed!"
​
Waarom: Positieve bekrachtiging zorgt ervoor dat kinderen zich gewaardeerd voelen en gemotiveerd blijven om te verbeteren. Het versterkt hun zelfvertrouwen.
Aandacht voor het individu
Wat het betekent: Houd rekening met de verschillende niveaus, achtergronden en behoeften van de kinderen in de groep. Dit laat zien dat je ze als individu ziet.
​
Voorbeeld: Als een kind moeite heeft met een bepaalde oefening, pas dan de oefening aan zodat het kind succes kan ervaren. Bijvoorbeeld: een aanpassing maken voor kinderen met een fysieke beperking of iemand extra tijd geven als ze langzamer leren.
​
Waarom: Het aanpassen van je les aan individuele behoeften helpt elk kind zich betrokken te voelen en voorkomt dat iemand zich buitengesloten of overweldigd voelt.
Open staan voor feedback
Wat het betekent: Een goede trainer is niet alleen een leraar, maar ook iemand die openstaat om te leren van de groep en zichzelf blijft ontwikkelen.
​
Voorbeeld: Vraag regelmatig aan de kinderen of ze het naar hun zin hebben en of ze bepaalde oefeningen moeilijk of juist leuk vinden. Wees ook bereid om feedback van collega-trainers te accepteren en te gebruiken.
​
Waarom: Door open te staan voor feedback laat je zien dat je flexibel bent en jezelf wilt verbeteren, wat bijdraagt aan een positieve en lerende omgeving.
Emotionele controle
Wat het betekent: Het is cruciaal dat je je eigen emoties onder controle hebt tijdens de les, zelfs als situaties chaotisch of stressvol worden.
​
Voorbeeld: Als een groep kinderen niet meteen luistert of er is veel lawaai, blijf dan kalm en gebruik je stem op een beheerste manier om weer controle te krijgen.
​
Waarom: Kinderen spiegelen vaak het gedrag van de leraar. Als jij kalm blijft, zullen ze eerder geneigd zijn om ook rustig te worden. Dit helpt om een veilige en gestructureerde omgeving te behouden.
Wees een rolmodel
Wat het betekent: Als sporttrainer ben je een rolmodel voor kinderen. Jouw gedrag, houding en manier van communiceren geven een voorbeeld van hoe ze zich in de groep kunnen gedragen.
Voorbeeld: Toon respect voor elk kind, wees eerlijk en moedig teamwork en sportiviteit aan. Dit laat kinderen zien hoe ze zich op een respectvolle manier naar anderen moeten gedragen.
​
Waarom: Kinderen leren niet alleen door instructies, maar vooral door te observeren. Als je een goed voorbeeld geeft, zullen ze eerder deze positieve gedragingen overnemen.
Zelfvertrouwen uitstralen
Wat het betekent: Wanneer je zelfverzekerd bent in je houding en spreken, geef je het signaal dat je de situatie onder controle hebt en weet wat je doet.
​
Voorbeeld: Sta stevig, spreek duidelijk, en straal rust en vertrouwen uit, ook als er onverwachte dingen gebeuren tijdens de les.
Waarom: Als je onzeker lijkt, kunnen kinderen zich minder veilig voelen of het gevoel krijgen dat de les niet goed georganiseerd is.