top of page

Groepsmanagement

01.

Klassenmanagement

02.

Omgaan met storend gedrag

Klassenmanagement

Klassenmanagement is het proces waarbij je ervoor zorgt dat je klas of groep goed functioneert. Dit omvat het stellen van regels, het creëren van een positieve leeromgeving en het bevorderen van respect tussen leerlingen. Het is belangrijk omdat het helpt om een veilige en productieve omgeving te creëren waarin mensen kunnen leren en groeien.

Deze uitleg biedt een overzicht van klassenmanagement en is bedoeld om trainers te helpen begrijpen hoe ze een positieve en effectieve leeromgeving kunnen creëren.

Verwachtingen stellen

Het is belangrijk om duidelijke regels op te stellen, zoals "we luisteren naar elkaar" of "we wachten op onze beurt." Leg deze verwachtingen vanaf het begin uit, zodat iedereen weet wat er van hen wordt verwacht. Bijvoorbeeld, als je zegt: "Als we aan het sporten zijn, blijven we binnen de lijnen," weten de kinderen wat ze moeten doen.

Structuur en routines

Een duidelijke dagelijkse routine helpt kinderen zich veilig en geborgen te voelen. Je kunt bijvoorbeeld elke les beginnen met een korte uitleg, gevolgd door een warming-up en dan de hoofdactiviteit. Kinderen weten dan wat ze kunnen verwachten, wat helpt bij het verminderen van stress en ongewenst gedrag.

Positieve bekrachtingen

Positieve bekrachtiging is het aanmoedigen van goed gedrag door complimenten of kleine beloningen. Als een persoon bijvoorbeeld goed samenwerkt tijdens een teamspel, kun je zeggen: "Goed gedaan! Je hielp je team echt!" Dit stimuleert om dat gedrag in de toekomst te herhalen.

Preventieve strategieën

​Voorkomen is beter dan genezen. Zorg ervoor dat de activiteiten uitdagend maar haalbaar zijn, zodat mensen zich niet gaan vervelen. Als je merkt dat iemand vaak afgeleid is, kun je proberen om hen een specifieke rol te geven, zoals het tellen van scores, om hen betrokken te houden.

Ouders betrekken

Communicatie met ouders is essentieel. Stuur bijvoorbeeld een nieuwsbrief met updates over wat kinderen leren en hoe ze zich ontwikkelen. Dit houdt ouders betrokken en helpt hen om thuis te ondersteunen wat er in de les gebeurt.

Differentiatie en inclusiviteit

Differentiatie betekent dat je rekening houdt met de verschillende niveaus en behoeften van kinderen. Als je merkt dat sommige kinderen extra hulp nodig hebben, bied dan verschillende manieren aan om een activiteit uit te voeren. Bijvoorbeeld, voor een schietoefening kun je een kleiner doel gebruiken voor kinderen die nog moeten oefenen.

Reflectie en evaluatie

Na elke les is het goed om na te denken over wat goed ging en wat beter kan. Vraag jezelf af: "Hoe reageerde ik op storend gedrag?" of "Waren de leerlingen betrokken?" Door deze vragen te stellen, kun je je vaardigheden verbeteren en de lessen effectiever maken.

Omgaan met storend gedrag

Storend gedrag komt regelmatig voor tijdens lessen of sporttrainingen, vooral in groepen met kinderen. Het kan variëren van afleidend gepraat tot het weigeren om mee te doen. Dit gedrag kan de les verstoren, zowel voor de andere deelnemers als voor de trainer. Het is belangrijk om dit gedrag effectief aan te pakken, zodat je een positieve en productieve omgeving behoudt. Hier zijn enkele tips en voorbeelden die je kunnen helpen.

Regels en verwachtingen

Een van de belangrijkste manieren om storend gedrag te voorkomen, is door aan het begin van de les duidelijke regels en verwachtingen te stellen. Zorg dat de kinderen weten wat je van hen verwacht, bijvoorbeeld: luisteren wanneer jij spreekt, de beurt afwachten en respect tonen voor elkaar. Voorbeeld: "Als ik op mijn fluitje blaas, wil ik dat iedereen stopt met wat hij of zij doet en naar mij luistert."

Blijf kalm en consequent

Wanneer een kind storend gedrag vertoont, is het belangrijk om zelf rustig te blijven en consequent te handelen. Laat je emoties niet de overhand nemen en geef kalm aan wat er misgaat. Als een kind bijvoorbeeld blijft praten terwijl jij iets uitlegt, kun je vriendelijk maar duidelijk zeggen: "Ik merk dat je praat terwijl ik aan het uitleggen ben. Ik wil graag dat je stil bent zodat iedereen mij kan horen."

Positieve bekrachtingen

Complimenteer goed gedrag en moedig het positieve aan. Kinderen reageren vaak beter op lof dan op kritiek. Als je bijvoorbeeld ziet dat iemand goed luistert of zijn best doet, benoem dit dan: "Goed dat je zo goed oplet! Dat helpt de hele groep."

Stappenplan

Voor hardnekkig storend gedrag kun je een stappenplan gebruiken. Eerst geef je een waarschuwing, daarna volgen er consequenties. Bijvoorbeeld: "Dit is de eerste waarschuwing. Als je nu niet stopt, ga je even apart zitten om tot rust te komen." Dit voorkomt dat je in het moment impulsieve beslissingen neemt en biedt kinderen structuur.

Leer je groep kennen

Soms heeft storend gedrag een reden, zoals frustratie of onbegrip. Leer je groep kennen en begrijp waarom een kind zich gedraagt zoals het doet. Misschien is de opdracht te moeilijk of voelt een kind zich buitengesloten. Probeer in dat geval de activiteit aan te passen. Bijvoorbeeld: "Ik zie dat je moeite hebt met de oefening. Zal ik het je nog een keer laten zien of samen met je oefenen?"

Afleiding

Je bent bezig met het uitleggen van een nieuwe oefening, maar twee kinderen staan te praten en letten niet op. In plaats van boos te worden, zeg je vriendelijk maar vastberaden: "Ik zie dat jullie aan het praten zijn, maar dit is het moment om te luisteren. Na mijn uitleg kunnen jullie verder praten." Als ze doorgaan, kun je hen apart nemen en kort de situatie bespreken zonder de rest van de groep af te leiden.

bottom of page